
03 jun Verliefd op Spanje
Barcelona is en blijft grote favoriet als het gaat om de fijnste plek om te wonen voor correspondent Hilde Postma. Maar het land heeft zoveel meer: wisselende landschappen, heerlijke tapas en dito drankjes: Spanje kruipt onder je huid.
Zomer 2011, de maand augustus om precies te zijn. Drie weken lang heb ik samen met mijn kinderen van 11 en 15 jaar van huis geruild met een Braziliaans architectenstel dat in Barcelona woont. En dus ‘wonen’ we opeens in een appartement in de wijk Barceloneta direct aan het strand. Via een grote glazen schuifpui kijken we uit op de blauwgroene Middellandse Zee, waar ’s ochtends een gouden bal uit oprijst: de zon. Elke dag weer een adembenemend gezicht.
Het is die maand augustus zelfs voor Spaanse begrippen snikheet: gemiddeld 38 graden. We kunnen weinig anders dan iedere dag ons handdoekje pakken, van ons appartement op twee hoog afdalen naar het strand, de dag op het hete zand doorbrengen en heel vaak in de golven duiken op zoek naar verkoeling. De strandverkopers roepen: ‘Hola, mojito! cerveza, agua!’ Aziatische vrouwen proberen je voor ‘five eulo, leally cheap’ een ‘massage’ aan te smeren.
Aan het einde van de dag halen Afrikanen djembetrommels te voorschijn en maken muziek in een grote kring waar iedereen kan aanschuiven. Mijn kinderen genieten volop: van de internationale sfeer, de volley- en voetbalwedstrijdjes die spontaan ontstaan op het strand, de tapas op de terrasjes en die van de Catalaanse mercat (markt) die ik aansleep. De zon laat de loomheid indalen in elke vezel en porie; alle stress en spanning glijden uit mijn systeem. Zon, zee, wijn en tapas, meer heeft een mens blijkbaar niet nodig om te ontspannen.
Gaudi-décor
Overdag is het te heet om toeristische uitstapjes te maken, maar ’s avonds fietsen we regelmatig door de stad en zien de Sagrada Familia, Casa Mila en Casa Batllo van Gaudi prachtig uitgelicht met hun welvende en glooiende vormen. Net als de vele kathedralen en kerken op de pleinen, zoals de Placa Nova. Het Gaudi-decor blijft de stad iets sprookjesachtigs geven. Barcelona is een stad om verliefd op te worden en eigenlijk ben ik dat al twintig jaar, sinds ik in 1991 voor het eerst bij mijn Catalaanse vriendin Teresa logeerde in de chique wijk Gracia.
De stad maakte zich in die dagen op voor de Olympische Spelen: in sneltreinvaart werden er stadsstranden aangelegd, verrees er een Olympisch dorp, werden er stadions en sportvelden uit de grond gestampt, de haven en het wegennet uitgebreid. De stad kreeg een internationale grandeur en allure, terwijl het wel die sprookjesachtige sfeer van Gaudi wist vast te houden. Fascinerend. Eigenlijk wist ik toen al: hier wil ik ooit wonen. Nu, 25 jaar later, heb ik er zelf een appartement in dezelfde wijk Barceloneta, op honderd meter van het strand, waar ik enorm gelukkig mee ben. En iedere dag blijf ik wel iets nieuws ontdekken in die fantastische stad: zoals de fitnessterreinen in de open lucht aan de boulevard bijvoorbeeld, waar je opaatjes van boven de 80 aan hun conditie ziet werken.
Wilde Westen
Maar Spanje is natuurlijk veel meer dan Barcelona en inmiddels heb ik aardig wat van het land gezien. Wat me vooral is bijgebleven? De oversteek die ik eens per auto maakte van Catalonië naar Noord-Spanje bijvoorbeeld: naar Baskenland, Cantabrië en Asturië. Via Zaragoza reden we Navarra in waar het landschap opeens van groen en vruchtbaar transformeert in een stuk woestijn; ruig, rotsachtig en rood. Diepe kloven en steile rotsformaties wisselen elkaar af, ontstaan uit verhard zand. Dit is Bardenas Reales de Navarra, een gebied dat door de UNESCO tot biosfeerreservaat is uitgeroepen. Eigenlijk waan je je in het Wilde Westen en verwacht je dat er ieder moment een cowboy met revolver achter een rots opduikt. Veel films zijn hier opgenomen, waaronder de James Bond-film The world is not enough.
Even verderop kun je slapen in de Parador van Olite, een sfeervol dorpje in Navarra. De paradores in Spanje zijn hotels gevestigd in oude kastelen, iedere regio heeft er wel een aantal. Die van Olite is gevestigd in een vijftiende eeuws kasteel met glas-in-loodramen en antieke meubels: schitterend. Als je de volgende dag van Navarra Baskenland binnenrijdt, is het landschap weer bijna Zwitsers: met groene valleien en chaletachtige woningen. De vele borden met onleesbare teksten in de Baskische taal die werkelijk nergens op lijkt, geven het gebied een beetje een mystieke uitstraling.
Levensgenieters
Maar Basken zijn ook levensgenieters: Baskenland is het gebied op aarde met de meeste Michelinsterren per vierkante meter. In de vele bars kun je je vooral suf eten aan pinchos: de Baskische vorm van de tapa, meestal bestaand uit een stokbroodje met iets van makreel, zalm of een worstje opgemaakt als een taartje met een prikker erdoorheen. In de Baskische bars mag je ze zelf van de counter pakken en na afloop reken je bij de kassa het aantal overgebleven prikkers af. Een glas Paxaran na afloop maakt het af: een lokaal drankje dat het middden houdt tussen Tia Maria (maar minder zoet) en Pernod. Het geeft een aangename gloed in het lijf.
San Sebastian is verder een prachtig, ietwat chique stadje met een leuk stadsstrand dat vooral veel surfers trekt en waar je ’s avonds leuk kunt uitgaan. In 2016 is het culturele hoofdstad van Europa! De bergachtige wegen richting het westen voeren je nog naar plaatsen als Laredo, de stad Santander en Llanes: allemaal plekken waar je kunt genieten van natuur, strand en zee en vooral hele hoge golven: surfersparadijzen dus.
Eilanden
Maar er zijn natuurlijk ook de eilanden, waar ik zelf alleen Ibiza en La Gomera van ken. Ibiza is vooral bekend van zijn nachtleven en de vele clubs, maar het is ook een eiland met veel natuur en slingerweggetjes naar prachtige baaitjes en in de binnenlanden vind je er finca’s, die je soms verrassend goedkoop kunt huren. En La Gomera is een verrassend vulkanisch eiland met zwarte stranden, waar je heerlijk kunt wandelen. Bezoekers komen hier vooral voor de natuur. In het Nationale Park zijn bomen van duizenden jaren oud te vinden en het heeft schitterende bananenplantages.
Als je iets bijzonders wilt horen, moet je aan één van de inwoners vragen of ze iets in hun eigen taal willen zeggen: het Silbo. Niet schrikken als iemand hard in je oor fluit, want het Silbo is een ‘fluittaal’, men communiceert door middel van blazen op de vingers. Alle kinderen leren het Silbo op de basisschool als onderdeel van het vak Spaanse letterkunde. Prachtig is en blijft natuurlijk ook het zuiden van Spanje: Andalusië. Dé plek om te bezoeken is het Alhambra in Granada, de plek waar tot 1492 Moorse koningen woonden met hun vrouwen. Het bestaat uit prachtige paleizen, tuinen met fonteinen en paden met kiezelmozaïeken in Granadese stijl. Maar mijn persoonlijke favoriet in Andalusië is toch Cordoba, waar je iedere keer weer onverwachts op prachtige binnenplaatsjes staat, met azulejos betegeld: schitterend.
Flamenco
Andalusië is natuurlijk ook de bakermat van de Flamenco. In alle straten vind je barretjes waar zangers vol emotie het leven bezingen, meestal ondersteund door de ritmisch stampende voeten van een danser(es). Vroeger werden zangers uit andere regio’s dan Andalusië eigenlijk niet geaccepteerd, maar de meest gewaardeerde Flamencozanger tegenwoordig komt uit Barcelona: Miguel Poveda. ‘De allerbeste, een stem op eenzame hoogte’, schreef El País over hem.
Paxaran, Poveda, pinchos: drink, eet en luister en zelfs zonder er te zijn waan je je in het land dat werkelijk ‘todo bajo el sol’ (alles onder de zon) heeft. Maar beter nog: ga er naar toe en geniet ervan: disfrutalo!
Dirk (Steri) van Laar
Geplaatst op 19:45h, 09 februariDag Hil,
Toevallig zag ik je in de Telegraaf afgebeeld als columnista. Via i-tunes betaald om je Jordi-verhaaltje te lezen. De Jordi waar ik nog wel eens op gepast heb toen je naar het ziekenhuis moest. Later op internet zag ik dat je in het mooie Barcelona residentie houdt. Wat gaaf voor je. We zijn er ooit doorheen gereden en midden op een kruispunt gestopt omdat we stapel gek werden van de verkeerschaos en onze kaartleeskunst. In bovenstaand stukje meen ik toch een route en plaatsnamen te herkennen waar we geweest zijn……..lang geleden. Een route die veel indruk heeft gemaakt op me, Laredo staat me ook nog goed bij. Eten aan het haventje en habitaciones op een plein vol kroegen zoals ’s avonds bleek.
Wilde ik toch ff laten weten. Ik ga je vaker lezen vanaf nu hoor.
Groeten,
D
Agnes Axelsen
Geplaatst op 01:28h, 08 januariWij in ieder geval wel. Niet voor niets maakt de redactie van Espanje! met veel liefde iedere drie maanden een tijdschrift over het land en houden we dagelijks de website bij. Daarom kunnen we ons ook helemaal vinden in de nieuwe campagne Spain in 10 Seconds, van Turespana, het bureau ter promotie van het toerisme in het land. Verschillende Spaanse beroemdheden zoals de ontwerpster Agatha Ruiz de la Prada, de chefkok Juan Marie Arzak, de tennisser Rafa Nadal en de tenor Placido Domingo zullen hun liefde voor Spanje de komende tijd met ons delen door middel van korte selfie-video s. Natuurlijk krijg je in de video s ook tips en aanbevelingen. Psychiater Luis Rojas Marcos doet de aftrap. Agatha Ruiz de la Prada en de badmintonster Carolina Marin volgen later deze week.